Mensen zeggen vaak: dieren ervaren en voelen anders dan wij, dus zij hebben er niet zo’n last van als ze worden opgesloten en gebruikt voor belangrijke menselijke doelen. In die visie zijn dieren min of meer gevoelloze ‘dingen’. Ze kunnen wel schreeuwen of piepen, maar dat is net zoiets als een knuffelbeer die piept als je erin knijpt: een soort mechanische reactie, geen bewijs dat de beer pijn heeft.
Als je aanneemt dat dieren heel anders zijn dan wij is dat geruststellend: dan hoef je niet over dierenleed na te denken. Er zijn wel mensen die claimen dat dieren ook lijden net als wij, maar dat is dan gewoon projectie van menselijke gevoelens op het dier, net zoals wanneer je de piepende knuffelbeer zielig zou vinden.
Het is zeker waar dat mensen allerlei gevoelens projecteren zelfs op levenloze voorwerpen. Dus als er mensen zijn die zeggen dat ze de pijn van een dier ‘voelen’ is geen bewijs. Er zijn ook mensen die ‘voelen’ dat God bestaat of dat homeopathie werkt of dat je chakra verstopt zit, dat is wetenschappelijk ook niks waard.
Maar wetenschappelijke bevindingen zijn er wel, en die tonen steeds duidelijker aan dat mensen en andere dieren op wezenlijke kenmerken niet verschillen. Alle illusies die de mens eeuwenlang over zichzelf heeft gekoesterd als superieure soort, vallen langzaamaan in de duigen. De mens blijkt een dier als elk ander. Natuurlijk, een dier met eigenheden en bijzondere talenten, maar dat hebben ze allemaal. De basis is hetzelfde.
Dat geldt in de eerste plaats waar het gaat om diepgewortelde behoeften en instincten, zoals de behoefte om natuurlijk soorteigen gedrag te tonen, om geen pijn te hebben, niet vast te zitten, samen met soortgenoten in een groep te leven (in het geval van groepsdieren zoals mensen, apen, honden, varkens, konijnen, kippen), een partner te zoeken en je voort te planten, je eigen kinderen groot te brengen en te beschermen tegen gevaar. Bedenk dat die oerbehoeften ook bij ons niets te maken hebben met onze hoge intelligentie of ons zelfbewustzijn, maar juist veel dieper zitten. De drang tot leven, tot binding aan soortgenoten en bescherming van jezelf en je naasten, zit bij ons juist zo diep omdat het oerbehoeftes zijn, behoeftes van het dier in de mens. Hierin zijn we niet wezenlijk anders dan andere groepsdieren.
Datzelfde lijkt te gelden voor andere menselijke eigenschappen die we lange tijd hebben gezien als ‘hoger’ en uniek menselijk, zoals ons vermogen tot empathie en moraliteit. Bij empathie spelen spiegelneuronen een rol: de dingen die je een ander ziet doen, worden gespiegeld in je eigen brein, waardoor je bv. zelf ook je gezicht vertrekt als je iemand een zure citroen ziet eten, of gaat gapen als een ander gaapt. Dit automatisch spiegelen is niet alleen bij mensen aangetoond maar ook bij andere groepsdieren, bv. chimpansees, bavianen, honden (die gaan al gapen als ze een tekenfilm zien van een gapende soortgenoot), parkieten (zij imiteren elkaars gapen en ook uitrekken).
Verondersteld wordt dat automatische imitatie een kenmerk is van alle groepsdieren. Ook emotionele en lichamelijke ervaringen worden gespiegeld, zoals verdriet en pijn. Dit mechanisme wordt gezien als de basis van empathie. Het geeft een gevoel van verbondenheid en sympathie, niet alleen bij mensen maar bijvoorbeeld ook bij kapucijneraapjes. Spiegelneuronen zorgen ervoor dat dezelfde hersengebieden die worden geactiveerd wanneer je pijn hebt of iets emotioneels meemaakt, ook actief worden wanneer je iemand anders waarneemt die pijn of heftige emoties heeft. Je kunt dus letterlijk mee-lijden als iemand lijdt.
Volgens Frans de Waal is empathie de basis van moraal: als je je in een ander kunt verplaatsen en kunt meeleven, zul je je niet immoreel gedragen tegen die ander, je zult de gouden regel volgen: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.
De Waal zegt dat empathie bij apen hun natuur is, het is al vroeg in de evolutie ontstaan – dus voordat homo sapiens ontstond. De basis van empathie bij mens en aap is dus hetzelfde. Dit betekent dat empathie en moraal geen ‘hogere’ cognitieve functies zijn maar juist aan de basis liggen. Dat wordt ook ondersteund door onderzoek naar moreel denken van o.a. Jonathan Haidt.[i] Dit onderzoek laat zien dat mensen bij morele oordelen hun instinct volgen en daar dan vervolgens een theorietje bij bedenken. Dat laatste doen apen niet, maar is dan ook overbodig. Het achteraf bedenken van theorietjes over dingen die je toch al vond en wilde, dát is wel typisch menselijk. (meer hierover in mijn boek Je bent wat je doet)
Er zijn nog vele andere voorbeelden van de gelijkenissen tussen dier en mens:
Je moet het de mensen nageven: zij hebben dit allemaal ontdekt en dat is buitengewoon slim! Je kunt met dieren niet praten in mensentaal, dus je moet slimme trucs verzinnen om hun vermogens in kaart te brengen. Maar de onderzoeken naar overeenkomsten tussen mens en dier, en naar unieke talenten van dieren die mensen niet hebben, laten nog iets anders zien: onderzoekers hebben zich nogal eens vergist. Ze hebben teveel vanuit zichzelf gedacht en daardoor het dier tekort gedaan. Inmiddels zijn we verder, maar het is onbekend wat we allemaal niet hebben ontdekt. Het idee dat het lijden van dieren ‘minder’ is en onze doelen ‘belangrijker’ kan in elk geval gediskwalificeerd worden als een vorm van wishful thinking en zelfbedrog. En ja, dat iets waar mensen wel uitzonderlijk goed in zijn.
[i] Haidt, J., Bjorklund, F. and Murphy, S. (2000). Moral dumbfounding: when intuition finds no reason.
Haidt, J. (2001). The emotional dog and its rational tail: a social intuitionist approach to moral judgment. Psychological review, 108(4), 814.
[ii] Floor van den Hout, Quest 101
[iii] Au! Chris Sprangers, Intermediair 5 augustus 2011.
[iv] Diana Reis, PNAS 2001
[v] Diana Reis en Frans de Waal, PNAS 2006
[vi] Voelen dieren empathie? Frans de Waal, Psyche & Brein 1, 2008.
[vii] http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2011/december/10/laboratoriumrat-bevrijdt-belangeloos-opgesloten-soortgenoot-12127912
[viii] Alex Wilson, Aquatic Mammals februari 2013
[ix] Patricia Izar, American Journal of Primatology 2006
[x] http://blogs.scientificamerican.com/not-bad-science/2015/01/13/can-pigs-empathize/
[xi] Berend Voslamber, opgetekend door Caspar Jansen. De Volkskrant, 22 februari 2014.
[xii] Ieder beest zijn eigen karakter. Rob Ramaker, De Volkskrant 11 juni 2011.
[xiii] Isaac Planas e.a., Proceedings of the Royal Society B, 4 feb 2015. http://rspb.royalsocietypublishing.org/content/282/1802/20142515
[xiv] Karline Janmaat, PNAS oktober 2014. http://www.pnas.org/content/111/46/16343.abstract Morgen ga ik vijgen eten. Lucas Brouwers, NRC 8 november 2014.
[xv] Ethology: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/eth.12312/full
[xvi] Dagmar van der Neut, Psychologie Magazine, december 2012
[xvii] Steiner & Radish, Nature Neuroscience, juni 2014. http://www.nature.com/neuro/journal/v17/n7/full/nn.3740.html
[xviii] PNAS Early edition, 2007
[xix] Paul van Dongen, NRC ingezonden brief.
[xx] The anatomical record, 2006.
[xxi] Hoe slim zijn dieren? NRC 28 december 2013.
[xxii]http://vorige.nrc.nl/wetenschap/article2323133.ece/Handige_roek_vist_worm_uit_buisje_water
[xxiii] http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-2522501/Think-humans-smarter-animals-Think-Some-creatures-SUPERIOR-brains--just-dont-understand-them.html
[xxiv] Op bezoek bij broeder raaf. Dagmar van der Neut. Psychologie Magazine, juli/augustus 2013.
[xxv] Hoe slim zijn dieren? NRC 28 december 2013.
[xxvi] http://abcnews.go.com/Health/dogs-follow-humans-gazes-infants-study/story?id=15291889
[xxvii] http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2251326/