WERK NIET AAN JEZELF

Zelfacceptatie gaat samen met zelfontwikkeling

'Werken aan jezelf'? Doe het niet. Zelfontwikkeling en persoonlijke groei is namelijk helemaal geen 'werk'. Sterker nog: als je hard aan de slag gaat om iets aan jezelf te verbeteren of repareren, is er alle kans dat je het erger maakt: al je aandacht gaat naar het verbeterpunt, met als gevolg dat je erop gefixeerd kunt raken (het boemerang-effect)

Zelfontwikkeling en -verbetering ontstaat juist makkelijker wanneer je jezelf accepteert. Daarbij kunnen mindfulness en zelfreflectie een rol spelen: door je eigen gedrag, gedachten en gevoelens te observeren (zonder ze anders te willen maken dan ze zijn), kom je vanzelf tot ontwikkeling. Je werkt aan jezelf als je probeert te ontdekken wat er precies gebeurde op de momenten dat je niet mindful was.
 
Het lijkt raar dat je tot ontwikkeling komt juist door jezelf te accepteren. Logisch zou immers zijn dat je niet meer hoeft te veranderen als je jezelf neemt zoals je bent. Toch heb ik in eigen onderzoek een sterk verband gevonden tussen zelfacceptatie en zelfontwikkeling: mensen die zichzelf accepteren zoals ze zijn, hebben óók een sterke behoefte aan groei, zichzelf ontplooien, nieuwe kanten aan zichzelf ontdekken.
 

Drie psychologische basisbehoeften

Volgens de self-determination theorie van Deci en Ryan zullen mensen vanzelf groeien en zich ontplooien wanneer drie psychologische basisbehoeften zijn vervuld:
  • verbondenheid met anderen
  • bekwaamheid, het idee dat je iets kunt
  • autonomie, je eigen keuzes kunnen maken
Vervulling van deze drie behoeften is als het water voor een plant: het is nodig om te groeien. Als deze behoeften zijn vervuld, dan zal die groei ook vanzelf plaatsvinden. Daar hoef je niet aan te werken.
Waar je wel aan moet 'werken', in de zin dat je je hoofd erbij moet houden, is dat je erop let dat je genoeg water krijgt – en niet iets anders!
 
Is een van de basisbehoeften niet bevredigd, dan ontstaat onbehagen en zoeken mensen instinctief een oplossing. Die wordt vaak in de verkeerde richting gezocht. Wanneer bijvoorbeeld de behoefte aan het gevoel van bekwaamheid onvoldoende wordt vervuld, kun je daarop reageren door meer te willen verdienen, hogerop te willen klimmen, meer status te verwerven. Je kiest dan voor de quick fix: een snelle manier om het onbehagen weg te nemen: ‘Zie je wel, ik ben heel goed want ik verdien meer dan de buurman’. Maar op termijn werkt het niet, doordat de behoefte waar het eigenlijk om ging – in dit geval bekwaamheid: goed zijn in wat je doet, je talenten gebruiken en ontwikkelen – niet wordt bevredigd. Je werkt bijvoorbeeld in een functie die niet bij je past.
 

Vissen in de verkeerde vijver

Een ander voorbeeld: soms zitten mensen de hele dag op sociale media om connecties en 'vrienden' te maken, hoe meer hoe beter; of ze zijn voortdurend op jacht naar nieuwe seksuele veroveringen, terwijl hun onderliggende behoefte aan verbondenheid niet is vervuld.
 
Als een basisbehoefte niet is vervuld kan dit soort substituut-gedrag tijdelijk verlichting geven, maar de voldoening van het resultaat zal snel weer wegebben. Dat komt doordat je in feite in de verkeerde vijver zit te vissen. Daardoor kun je nooit echt ontspannen.
 
Op die manier komt er een troebel prutje in je psychologische  gieter, dan heb je alsmaar méér nodig. Let er dus op dat je je gieter in de goeie vijver hangt; de rest gaat vanzelf.