Als er iets mis gaat, zeggen mensen vaak “ik zag het aankomen”. Verbroken relaties, faillisementen, de economische crisis, een politicus die nat gaat: er is altijd wel iemand die allang voelde dat er iets mis was. Dat lijkt flauw, en dat is het ook: lekker makkelijk achteraf. Uit psychologisch onderzoek is bekend dat mensen achteraf hun vooruitziende blik overschatten: als je eenmaal de uitkomst weet, lijkt het alsof je die al eerder wist.
Toch denk ik dat veel “ik-wist-het”-uitingen wel een zweem van waarheid bevatten. Die zweem is een sluimerende twijfel die je soms voelt als iets niet helemaal in de haak is. Het kan overal over gaan: een aankoop of transactie, een bepaalde werkwijze op je afdeling, een voorbijganger op straat die je overvalt met een verzoek. Ergens, ver weg op de achtergrond in je brein, sluimert een vraagteken: is dit echt wel goed? Wil ik dit echt? Moet ik op de rem gaan staan?
Meestal doen we dat niet en worden we ons die vraagtekens nauwelijks bewust. We hebben het nu eenmaal zo bedacht, dus we gaan door. Iedereen doet het, dus we doen mee. Het is zo’n gedoe om alles weer terug te draaien, dus vooruit maar.
Evenzo denk ik dat veel van die miljoenen mensen die woekerpolissen of legio-lease-aandelen hebben gekocht, ergens in hun achterhoofd wel een knagend vraagteken hebben gevoeld, maar uiteindelijk dachten: Als iedereen het doet, dan zal het toch wel goed zijn.
Langs dezelfde lijn zetten wij allemaal ongetwijfeld weleens aarzelende vraagtekens bij zaken waarvan je kunt bedenken dat ze niet deugen, áls je even stil staat om te denken. Nu bijvoorbeeld algemeen bekend raakt dat vlees het meest milieubelastende onderdeel uit ons voedselpakket is en dat 80% van de landbouwgrond in de wereld wordt benut om vlees voor de westerse consument te produceren, zullen heel wat mensen vaag een vraagteken zien sluimeren op hun bord naast de biefstuk. Maar ja, iedereen doet het, en het is anders zo lastig, en waarom moet ík dan, enzovoort. Zo blijven misstanden bestaan: ‘De wereld is een gevaarlijke plek, niet vanwege degenen die kwaad doen, maar vanwege degenen die het zien en niets doen.’ (Albert Einstein)
Wanneer je als buitenstaander kijkt naar de diverse miskleunen van de mensheid, vraag je je af of de betrokkenen nou zo ongelofelijk stom of slecht zijn. Ik denk van niet, ik denk dat iedereen die twijfel op de achtergrond wel herkent. Maar helaas wandelen we daar meestal overheen. Dat is buitengewoon jammer, want mensen zijn in hun hart niet zo stom als ze zich gedragen. Diep van binnen weten ze beter.
Wil je iemand worden die het verschil maakt, maak dan voortaan van je sluimerende vraagtekens eens een uitroepteken, dat zegt: pas op de plaats, even opletten. Wees geen “ik wist het wel”-achteraf-stuurman-aan-wal; wees degene die zand in de machine durft te gooien.
* Deze column is verschenen in Menselijke gebreken voor gevorderden (Scriptum, 2011).