PROACTIEF

Wees geen slachtoffer, geen dwarsligger, maar kleine zelfstandige

Leidinggeven wordt vaak wordt omschreven als ‘omgaan met zeuren’. Dat komt doordat werknemers niet pro-actief zijn (vandaar misschien ook dat daar zo vaak naar wordt gevraagd in personeelsadvertenties). Ze stellen zich op als slachtoffer, passief (‘dat moet mij weer overkomen’, ‘niemand gunt mij hier iets’, ‘zo zal het nooit lukken’) of als vechter, reactief (hakken in het zand: ‘ik pik het niet’, ‘ik sta voor mijn recht’).

Hun leven (en dat van hun manager) zou zoveel gemakkelijker zijn als ze zich gedragen als kleine zelfstandige, pro-actief: dit is mijn winkel en die laat ik zo goed mogelijk lopen. Ook als kleine zelfstandige loop je tegen obstakels aan, maar dan kijk je wat de beste oplossing is in de gegeven situatie. Je verspilt geen energie aan gemekker. Heb je hulp nodig, dan bedenk je wat de ander voor je kan doen. “Ik heb een probleem, en dit kun je doen om me ermee te helpen” is effectiever en sympathieker dan het ‘boe-oeoe’ en ‘bah’ van slachtoffer respectievelijk vechter.

Als kleine zelfstandige heb je een eigen ‘ondernemersplan’. Daardoor weet je waar je naartoe wilt en kun je de regie in handen nemen, in plaats van alleen maar te reageren op wat er om je heen gebeurt. Maar zelfs als je dit interne kompas goed hebt ontwikkeld, kan reactief gedrag nog vaak genoeg de kop opsteken. Je raakt emotioneel en vergeet eerst tot tien te tellen, je volgt impulsief een spur-of-the-moment, je laat je op sleeptouw nemen door de waan van de dag, je laat je overdonderen of raakt de weg kwijt als er veel op je afkomt.

Met ons zogenoemde impulsieve systeem kunnen we snel en primair reageren, op basis van onze instincten en ‘gut feelings’. Het impulsieve systeem werkt altijd, het kost ons geen enkele moeite, het werkt automatisch en zal altijd het roer in handen nemen als we moe zijn of in een noodsituatie. Dat gaat vaak goed, maar net als andere dieren reageren we dan op de prikkels om ons heen en bepalen we niet zelf de agenda.

Om pro-actief te kunnen zijn hebben we ons zogenoemde reflectieve systeem nodig, waarmee we plannen kunnen maken, de hoofdlijn bewaken, lange-termijn-doelen stellen en bewaken, tijdelijke impulsen onderdrukken waardoor we op koers blijven, plannen afstemmen op veranderingen in de omgeving, en geregeld pas op de plaats maken om te bezien waar we staan en waar we naartoe gaan. Dit systeem doet een beroep op onze innerlijke CEO, die zetelt in een deel van de hersenen dat bij mensen relatief goed ontwikkeld is (ongeveer 1/3 van de cerebrale cortex; bij katten is dat bijvoorbeeld 1/30), maar bij jonge mensen niet: pas na je 30is de interne CEO volledig ontwikkeld. 

Het reflectieve systeem werkt niet vanzelf. Je moet je hoofd erbij houden en af en toe je eerste neiging onderdrukken of uitstellen. Je moet soms even achteroverleunen en ‘uitzoomen’ voor de helicopter-view. Omdat de CEO een beperkte capaciteit heeft, raakt hij snel moe. Maar hij (of zij) wordt wel steeds fitter als we hem vaak gebruiken: oefening baart kunst.